|
||||||||
Het zal wel geen toeval geweest zijn dat we “Greg”, de vooruitgeschoven single van deze plaat, voor het eerst hoorden bij Michael Robberechts en zijn onvolprezen zondagavondlijke “Time Out”: daar hoor je namelijk slechts zelden iets waarvan je denkt “moest dat nu?”. De band achter dat nummer bleek gewoon “Kameel” te heten en is een trio: bassist Hans Mullens, drummer Geert Roelofs en gitarist Patrick Steenaerts zijn hun niet helemaal onbekende namen, die al best wat sporen nalieten bij artiesten als Arsenal, Buscemi, Kris de Bruyne, Delrue, Johan Verminnen, Wigbert en Mauro Pawlowski. De groepsnaam schijnen ze bedacht te hebben toen ze hun eerste nummer samen speelden en Roelofs opmerkte dat dat nummer een “kamelengroove” had. Als het niet waar is, is het alleszins goed gevonden en ook nog eens handig als je op zoek moet naar titels voor je nummers: eentje op deze debuutplaat -nieuwe band, nieuw label ook: deze CD is de eerste die uitkomt op poplar-sounds- heet “Chameaux Tordu” (de “s” bleef wellicht in de computer zitten”- en een ander gewoon “Chameau”. Wat moet de niet-voorbereide luisteraar verwachten? Heel veel, zo denk ik, nadat ik de plaat een stuk of acht draaibeurten heb gegeven. Ik hoor erg filmische, helemaal instrumentale muziek, met af en toe een vleugje surfgitaar, wat Tom Waits-achtige -en dit bedoel ik absoluut positief- “ketelmuziek”, heel knappe improvisaties op vlot in het gehoor liggende thema’s, waarvan ik me best kan voorstellen dat je ze binnenkort tegenkomt in theaterstukken van Het Nieuwstedelijk of aanverwante gezelschappen. Hiermee bedoel ik dat het trio niet alleen zichzelf een grote vrijheid gunt tijdens het spelen, maar ook de luisteraar de kans biedt zelf betekenis en zin te geven aan wat hij hoort. De drie heren kunnen erg goed spelen, zoveel is duidelijk en ik denk dat er links en rechts ook een zweempje jazz-opleiding te ontwaren valt, maar vooral: dit is, voor zover ik dat kan weten, compleet origineel en volkomen onuitgegeven. Het dichtstbij kom ik nog, als ik verwijs naar Karim Baggili en zijn “Apollo You Sixteen”: muziek die helemaal vrij van vastgelegde patronen tot stand komt: deze kerels luisteren erg goed naar elkaar en iets laat me vermoeden dat dit een band is, die je bij uitstek live aan het werk moet zien. Al bedenk ik er meteen bij dat concerten van het trio nooit identiek zijn: daarvoor is de drang naar vrijheid te groot. Nu eens overweegt de zween van progrocl, dat wordt er behoorlijk psychedelisch gespeeld of is er zelfs een echo van folkof country te onderscheiden. Dat klinkt eigenlijk best gevaarlijk, mant met zoveel ingrediënten dreig je algauw bij “soep” uit te komen. Daar is hier totaal geen sprake van: ik vind dit een heel heldere en veelzijdige plaat van een gezelschap waarvan ik nu al kan voorspellen dat ze de komende zomer hele hogen gaan gooien op festivals van allerlei slag. Voor het zover is, denk ik toch maar dat ik een van de komende “kleine” concertjes ga meepikken. Die komen er om de geboorte te vieren van een absoluut indrukwekkend debuut -prachtige hoes ook- dat een mens bijzonder benieuwd maakt. (Dani Heyvaert) Releasedatum: 28 February 2020
|
||||||||
|
||||||||